Gezonde bomen starten ondergronds!
Vaak wordt het belang van de bodem onderschat als het over bomen gaat. Wat ondergronds gebeurt, is net zo belangrijk als wat er boven de grond zichtbaar is! Oorzaken van problemen bij bomen zijn vaak te wijten aan bodemproblemen en wortels die niet goed gedijen in de grond waarin ze geplaatst zijn. Om bodemproblemen te begrijpen is het essentieel te weten wat boomwortels nodig hebben om te floreren.
Zuurstof
Wortels hebben zuurstof nodig om
te groeien, ze oefenen eigenlijk een omgekeerde fotosynthese uit om groei te
ontwikkelen en mineralen op te nemen. Ze verbruiken zuurstof en suikers (gevormd
door de bladeren) en er komt CO2 vrij. In een gezonde bodem kan de zuurstof tot bij de wortels en kan de CO2 vanuit de grond opstijgen.
Water
Wortels nemen water op dat door
de boom wordt getransporteerd naar de bladeren. In de bladeren vindt
fotosynthese plaats waarbij water en CO2 worden omgezet in suikers en zuurstof.
De suikers worden vervolgens opgeslagen of verbruikt voor de groeiprocessen,
afgrendeling van wonden of opname van mineralen.
Tijdens een regenbui stroomt het water door de grondporiën waarna het vocht vast houdt in zijn capillaire poriën. Sommige bomen zijn afhankelijk
van dit water. Bij andere bomen is de grondwatertafel bereikbaar door
capillaire opstijging van het grondwater tot bij de wortels.
Nutriënten
Nutriënten zijn essentieel voor
de groei van bomen. Een gebrek of overmaat aan bepaalde stoffen kan de
gezondheid van de boom direct beïnvloeden. Het is cruciaal dat alle elementen
in de bodem evenwichtig aanwezig zijn. De opname van voedingsstoffen hangt af
van de PH-waarde van de grond. Bomen gedijen in een PH van 4 tot 6,5, afhankelijk
van de boomsoort.
Bodemstructuur
Een goede bodemstructuur heeft zowel grote als kleine poriën en bestaat uit de
opeenstapeling van de verschillende bodemdeeltjes. Wortels ontwikkelen zich in
deze openingen. Microporiën houden water vast en bieden ruimte aan haarwortels,
schimmels en bacteriën. Het organische stofgehalte in de bodem speelt een
belangrijke rol in de vorming van een goede structuur, omdat dit
bodemorganismen bevordert.
Veel schimmels leven in symbiose met de wortels, dit wordt mycorrhiza genoemd.
De wortels geven dan suikers af aan deze schimmels. De schimmeldraden reiken
verder en geven mineralen en vocht aan de boom. Mycorrhiza is eigen aan een
goede bodemstructuur.
Bodemtextuur: zand, leem of klei
De textuur van de bodem verwijst
naar de korrelgrootte en bestaat uit drie fracties: zand, leem en klei. De
grootste fractie is zand, dan hebben we leem en de kleinste fractie is klei. Zand
heeft de grootste korrelgrootte, is los en goed doorlatend maar houdt weinig
water vast. Klei is samenhangend en compact maar door de kleinere korrel heeft deze
veel oppervlak om water en mineralen vast te houden. Een kleigrond is slecht
gedraineerd en verlucht. Leemgronden bevinden zich tussen deze twee uitersten
en combineren eigenschappen van zowel zand als klei.
Frequent voorkomende bodemproblemen
Bodemverdichting
Bodemverdichting treedt op wanneer de grond wordt samengedrukt, bijvoorbeeld
door zwaar verkeer of funderingen. Vooral natte grond is hier gevoelig voor.
Problemen
• Gastransport wordt gehinderd waardoor CO2 zich ophoopt rond de wortels en zuurstof niet meer tot bij de wortels kan.
• Watertransport wordt gehinderd.
• Bodemstructuur raakt beschadigd,
herstel duurt lang omdat hier natuurlijke processen voor nodig zijn.
Als gevolg hiervan neemt de wortelgroei af en kunnen de wortels afsterven. Op termijn wordt dit zichtbaar in de kroon van de boom; de boom verzwakt en wordt vatbaarder voor ziekten en plagen.
Langdurige wateroverlast
Door overvloedige regenval en een moeilijke afvoer van het regenwater
kunnen wortels langdurig onder water staan. Ook een onjuiste aanplant kan dit
probleem veroorzaken.
Problemen
• Gastransport wordt gehinderd
waardoor wortels zuurstofgebrek krijgen en geleidelijk afsterven.
